Lenteavond in Parijs

Nog begerenswaardiger
dan op een mooie zomerdag
fietsend ver buiten de stad
over een rustig weggetje
met in de berm wilgenroosje en klaver,
kwetterende leeuweriken boven de weilanden
en de lucht van gemaaid gras in je longen
bij het oversteken van een onbewaakte overweg
overreden te worden door een trein

prettiger zelfs
dan liggend in een comfortabel bed
te midden van vrienden en verwanten
half verdoofd door koorts en morfine
zachtjes te sterven
aan een bacteriële infectie

zeker aangenamer
dan verlamd in een rolstoel
oud te worden in een bejaardentehuis

moet het zijn om op een lenteavond
na afloop van een concert
met achttiende-eeuwse kamermuziek
waarvan klavecimbel, hobo en viool
nog juichend in je oren weerklinken
wandelend door het 13e arrondissement
op weg naar een metro-ingang
te worden beroofd en vermoord.

Vier overvallers
de zoete zware geur
van bloeiende kastanjes
dreigende pistolen
een gesnauwd bevel
en dan de gedachte
dit is het moment

en dus je honende antwoord
dat er geld is, veel geld
maar dat ze allemaal
het lazarus kunnen krijgen.

Twee seconden doodse stilte
een klodder spuug
naar een van de gespannen gezichten
en dan de knallen
die je trommelvliezen
pas bereiken nadat
warme kogels binnendringen
in je heerlijke jonge lichaam.